Skip to content

Legionella door kostenbesparingen

Legionella door kostenbesparingen

De legionellabacterie veroorzaakt de zogenaamde `Veteranenziekte`. Dit is een ziekte die in beginsel lijkt op een flinke griep met een longontsteking. De ziekte komt uitsluitend tot stand als het besmette water verneveld wordt ingeademd. Voor oudere mensen en mensen met een zwakke gezondheid kan een besmetting met legionellabacteriën zelfs leiden tot de dood. Bij de bouw van specifieke gebouwen, zoals zorginstellingen, dient men dus extra voorzorgsmaatregel en te nemen om de risico’s zo veel mogelijk te beperken.

In een recente zaak voor het gerechtshof van ’s-Hertogenbosch (ECLI:NL:GHSHE:2015:316), ging het fout in een zorginstelling voor gehandicapten en bejaarden. Het gerechtshof moest oordelen of de aannemer of de opdrachtgever verweten kon worden dat er een kans op legionella ontstond.

De feiten

De opdrachtgever heeft het voornemen om een zorgcentrum te bouwen. Hij sluit met een aannemer een aanneemovereenkomst voor onder meer de installatie van een warmwatervoorziening.

In het bestek W-installaties is omschreven dat de ringleiding van het tapwaternet dient te worden uitgevoerd in koperen buizen. Koperen buizen kunnen tegen een constante werktemperatuur van 100 ºC. Door deze ringleiding circuleert continue heet water, verwarmd in de centrale boiler. Vanaf de ringleiding lopen uitstroomleidingen door de vloeren en wanden naar de verschillende tappunten in de kamers. Door deze uitstroomleidingen stroomt het water alleen als in de betreffende kamer de warmwaterkraan wordt geopend. In het bestek staat dat de uitstroomleidingen van kunststof mogen zijn, mits ze bestand zijn tegen een temperatuur van 70 ºC.

Tevens is bepaald dat de minimale watertemperatuur in alle leidingen in het kader van beveiliging tegen de legionellabacterie niet onder de 60 ºC mag komen. Als aanbevolen beheersmaatregel moet de boilertemperatuur altijd hoger dan 70 ºC ingesteld worden. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden heeft de onderaannemer op eigen initiatief de ringleiding en de uitstroomleidingen uitgevoerd in goedkopere kunststof leidingen. Deze kunststof leidingen hebben een maximaal toelaatbare watertemperatuur van 70 ºC. Deze wijziging is vooraf niet kenbaar gemaakt bij de directie. Na een paar summiere eisen van de opdrachtgever wordt deze wijziging alsnog goedgekeurd en geaccepteerd.

Het complex is op 30 juli 2004 opgeleverd en wordt deels aan een zorginstelling en deels aan gehandicapten en bejaarden verhuurd. In het vierde kwartaal van 2008 hebben zich diverse lekkages in de leidingen van de warmwaterinstallatie voorgedaan. De opdrachtgever heeft een adviesbureau de opdracht gegeven om een onderzoek in te stellen, in dat rapport staat onder meer: De boilertemperatuur van 71 ºC is feitelijk al te hoog voor deze kunststof leidingen. De boilertemperatuur zal aanzienlijk hoger dan 71 ºC moeten zijn om op alle aftappunten de wettelijk vereiste minimale temperatuur van 60 ºC te bereiken. Welke temperatuur dat is, hebben wij nog niet kunnen vaststellen in verband met de maximale toelaatbare temperatuur voor de kunststof leidingen. De minimale vereiste warmwatertemperatuur wordt op 6 van de 11 gemeten tappunten niet gehaald. De kans op legionella is daardoor aanwezig.

Conclusie

Naar het oordeel van het gerechtshof had de aannemer (die verantwoordelijk is voor de onderaannemer) de opdrachtgever ten tijde van de wijziging moeten waarschuwen voor de risico’s. De aannemer had beweerd dat de zonder vooroverleg gebruikte kunststof leidingen gelijkwaardig waren aan de vereiste leidingen uit het bestek. Het aannemersbedrijf miskent echter dat die paragraaf alleen betrekking had op de uitstroomleiding en niet op de ringleiding. Voor de ringleiding leiding gold een andere paragraaf van het bestek, waarin het gebruik van koper was voorgeschreven en in het geheel niet opgenomen was dat een maximum temperatuur van 70 ºC toereikend zou zijn.

Daar komt bij dat het aannemersbedrijf ook nadien, in de periode vanaf de oplevering, tekort geschoten is in de nakoming van de op haar rustende verplichting om de opdrachtgever ervoor te waarschuwen dat de boiler als gevolg van de gewijzigde uitvoering van de ringleiding niet op een hogere temperatuur dan 70 ºC mocht worden ingesteld. Het gerechtshof concludeert op grond van het bovenstaande dat het aannemersbedrijf in meerdere opzichten niet aan haar waarschuwingsplicht heeft voldaan. Het hof oordeelt dan ook dat het aannemersbedrijf 55% van de schade moet vergoeden. Vanwege “eigen schuld” (art. 6:101 BW) moet de opdrachtgever 45% van de schade zelf dragen.

Laat uw vastgoed bij twijfel altijd controleren door een onafhankelijk adviesbureau om gezondheidsproblemen te voorkomen bij uw cliënten. Zit u in de gevarenzone, neem dan contact met ons op. Onze adviseurs hebben de bouwkundige en juridische expertise in huis en kunnen u dus volledig ondersteunen.

mr. M.F. van Schaik – Koëter

Juridisch adviseur

Aanmelden voor onze nieuwsbrief

Schrijf u in voor onze nieuwsbrief en blijf op de hoogte van het laatste nieuws en de laatste ontwikkelingen.

Afmelden kan op elk gewenst moment.